Antwoord op schriftelijke vragen van VVD over winkeliersuitstallingen in Hoofdstraat Velp

Naar aanleiding van vragen van inwoners over borden en rekken die winkeliers plaatsen op de stoep van de hoofdstraat in Velp hebben wij een aantal vragen gesteld. Deze vragen zijn nu door het college beantwoord. Mocht U ook vragen en opmerkingen hebben laat het ons weten. Wij onderschrijven hier het uitgangspunt dat consumenten geen hinder mogen ondervinden van de uitstallingen.

Antwoord op schriftelijke vragen van VVD over Hoofdstraat Velp

Datum vraag: 15 januari 2019

Indiener: Jaap Uijthof
Nummer: S19/07

Datum antwoord: 21 januari 2019

Aanleiding:
Naar aanleiding van vragen van inwoners over winkeliersborden en rekken op de stoep van de Hoofdstraat in Velp stellen wij U deze vragen.

De Hoofdstraat in Velp heeft op sommige plekken voor een winkelgebied smalle stoepen. Winkeliers zijn gebaat bij een goede doorgang op de stoepen. Het is inwoners opgevallen dat winkels rekken en borden op de stoep plaatsen. Daarmee wordt de doorgang, zeker voor mensen met een rolstoel of een rollator (te) beperkt.

 

Daarom hier de volgende vragen.

Vraag 1: Wat is het beleid en wat zijn de regels voor winkeliers ten aanzien van het plaatsen van borden en rekken op de stoep in de Hoofdstraat van Velp?

 

Antwoord:

Voor reclame uitingen en uitstallingen in de winkelgebieden is op dit moment geen specifiek beleid.

Wel is in de algemene plaatselijke verordening (artikel 2:10) iets opgenomen over het plaatsen van voorwerpen op of aan de in strijd met de publieke functie van de weg.

Dit artikel benoemt de regels die gelden t.a.v. het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg. Dit wordt o.a. gebruikt bij de aankondigingen die op de doorgaande wegen aan de lichtmasten staan.

Artikel 2:10D gaat over de vrijstellingen;

-          Bloem/plantenbakken binnen een meter van de gevel van woningen ( kan met maatvoering)

-          Reclameborden ( kan met maatvoering)

-          Stortbakken en steigers die nodig zijn tijdens een verbouwing.

 

In de praktijk wordt er vanuit verkeersveiligheid een richtlijn gehanteerd om een vrije ruimte van 1.50 m beschikbaar te houden zodat mensen in een rolstoel en met een wandel/kinderwagenwagen elkaar kunnen passeren.  

 

Vraag 2:  Wordt er gecontroleerd op deze regels?

 

Antwoord:

Ja.

 

Vraag 3: zo ja, wat zijn de bevindingen? zo nee, waarom niet?

 

Antwoord:

De praktijk leert dat er in principe voldoende ruimte is om elkaar, ook met een rolstoel en/of wandelwagen te passeren.

 

Vraag 4: Op welke wijze gaat U bij het maken van plannen voor de herinrichting van de Hoofdstraat in Velp, zoals opgenomen in het coalitieakkoord, zorgen voor voldoende ruimte voor mensen met een rolstoel of rollator?

 

Antwoord:

We willen graag samen met de BIZ vereniging Centrum Velp kijken naar het vraagstuk rondom uitstallingen en samen met hen afspraken maken over o.a. de toegankelijkheid voor mensen met een rolstoel of rollator. De route voor minder validen is uitgekristalliseerd.

In de detailhandelsstructuurvisie Kiezen voor eigen Kwaliteit is opgenomen dat er gekeken moet worden naar het vraagstuk van uitstallingen. Wel willen we rechtdoen aan de wens van ondernemers om uitstallingen te kunnen plaatsen in het winkelgebied. Ook moeten we ervoor waken dat we vanuit het oogpunt van deregulering geen onnodige regels gaan bedenken. Uitgangspunt is en blijft dat consumenten geen hinder ondervinden van uitstallingen.