Dat succesvol verbeteren in meerdere vormen kan gebeuren heb
ik recentelijk ook zelf aan den lijve ondervonden. Afgelopen jaren ben ik actief
geweest als raadslid in de gemeente Rozendaal, maar vorige zomer moest ik de
Rozendaalse Gemeenteraad verlaten omdat ik terugverhuisd ben naar mijn
geboortedorp Velp. Wij (mijn man en ik – en onze twee dochters) hebben het huis
van mijn moeder gekocht; enerzijds omdat het huis voor haar wat te groot werd
en anderzijds omdat ze het in haar eentje steeds minder gezellig begon te
vinden (mijn vader is al een aantal jaar geleden overleden). Haar vraag aan ons:
“Kunnen jullie niet mijn huis kopen, en een stukje aanbouwen voor mij zodat ik
hier kan blijven wonen?”. Omdat mijn moeder en ik altijd een hechte band hebben
gehad en zij al jarenlang op onze twee dochters past (en daardoor al intensief
meedraaide in ons gezin), was de keuze snel gemaakt. Afgelopen voorjaar hebben
wij de knoop doorgehakt; we hebben ons huis verkocht en zijn begonnen met het
bouwen van de uitbouw waarin mijn moeder haar eigen ruimte heeft, maar
tegelijkertijd wel onderdeel kan uitmaken van ons gezinsleven. Op dit moment is
de verbouwing een goed eind op weg, en we hopen dat over een maand of twee
alles klaar is.
Het huis – en met name haar gedeelte – is toekomstbestendig
gemaakt. Ze kan er zo lang blijven wonen als nodig is, en mocht er op een
gegeven moment zorg nodig zijn dan kunnen we dat vrij eenvoudig bieden zonder
dat er al te veel aanpassingen gemaakt moeten worden. Het is belangrijk voor
haar dat zij in haar vertrouwde omgeving kan blijven wonen, en voor mij dat ik
haar dicht in de buurt heb zodat voor haar kan zorgen mocht dat ooit nodig zijn.
Eerlijkheidshalve moet ik wel zeggen dat de situatie op dit moment nog compleet
omgekeerd is. Mijn moeder zorgt meer voor ons dan wij voor haar. Met name voor
mijn dochters (9 en 12) is zij van onschatbare waarde en biedt zij hen rust en
stabiliteit als wij aan het werk zijn.
Martinique Visser